Bron: Ivar Mol: www.ivarmol.nl







Tantra massage

Voor een 4-daagse Tantra massage workshop zie:
Ivar Mol: www.ivarmol.nl



Het doel van Tantra-massage is om prana aan te maken en deze te verdelen over het gehele lichaam, zie onderstaand verhaal wat verder gaat met 'De bovenrug'.

Meer specifieke massage-technieken:

De bovenrug

Om Prana aan te maken hebben we Shiva en Parvati nodig. Om Parvati wakker te maken moeten we doorgaans eerst Shiva wakker maken. Daarom begint de surya tantra over het algemeen bij Shiva en deze huist in het 3e punt (mastoid, gelegen hoog in de nek tegen het achterhoofd aan). We beginnen de massage op de bovenrug. Toch masseren we dit gebied van de nek maar sporadisch en zijn we meer bezig Shiva indirect wakker te maken op de bovenrug. Het massage-gebied wordt begrensd door de nek, onderkant schouderbladen en de ellebogen. Masseer niet alleen de lichaam-oppervlakte, maar masseer vooral de diepte in. Masseer met druk, met pulsatie, trilling, etc. Masseer de huidlagen, bindweefsel, spieren, pezen en aanhechtingen en stimuleer tegelijk de pingala-, galblaas- en blaas meridiaan. Volg de contouren, volg de spieren, volg de energie. Je hoeft alleen maar te reageren en reactie komt vanuit de Metta-ji verbindingen welk je hebt met je partner. Jouw positie ten opzichte van de tantrik kan de zijkant van het lichaam zijn, het hoofdeinde of gezeten over de billen. Zorg voor contact tussen de beide lichamen.




  • bovenste blauwe stip: mastoid
  • onderste blauwe stip: hara
  • rode lijnen: hoge rug spier(en)
  • grijze lijn: wervelkolom
  • paarse lijnen: gal en blaas nadi
  • bruine cirkels: nekspieren
  • blauwe cirkels: okselspieren
  • rode lijnen: hoge rugspier(en)
  • groene lijnen: middengroepspieren
In het midden van de rug zit de wervelkolom met rechts en links van het midden een gootje. Naast een gootje de hoge rugspier, in feite zijn dat een reeks korte spieren. In de gootjes lopen blaas en galblaasmeridiaan.



De onderrug

Net als Shiva gaan we ook Parvati niet direct wakker maken. We concentreren ons op de onderrug welk begrensd wordt door de stijgende lijn vanaf het kuiltje in de rug (sacraal chakra) naar de billen tot aan de knieen. Stimuleer bij vrouwen voornamelijk het sacraal chakra over de volle breedte van het lichaam en bij mannen het stuitbeentje en de billen.



Verenigen en verdelen

Tijdens het masseren van de onderrug kan je opmerken dat de bovenrug reeds warm en rood is en de onderrug dat nu ook wordt. Het middenstuk is nog niet gemasseerd en is wit. Door nu eerst een hand op de bovenrug en een hand op de onderrug te plaatsen, en hier te gaan wiegen, trillen of te pulseren (zie de specifieke massage-technieken) wordt deze middenrug vanzelf opgevuld met warmte en zal ook vanzelf rood kleuren. Dit gaan we stimuleren door de gehele rug te masseren. Dit doen we met lange halen van bovenrug tot over de billen en met korte halen van hart chakra tot aan sacraal chakra. Doordat we Shiva en Parvati bijeen brengen wordt prana aangemaakt (1e transformatie). Maar we gaan niet alleen prana aanmaken, maar deze tegelijk verdelen over het gehele lichaam, met uitzondering van hoofd, onderarmen en onderbenen. Gezeten bij het hoofdeinde of over de billen kun je masseren met je eigen onderarmen, je romp, je haren, je mond en tanden. Dompel het lichaam helemaal onder met prana en doe dit met je gehele lichaam en met overgave.



Borstgebied

Op een gegeven moment laat je de persoon omdraaien. Als de persoon zich omdraait is een rode en hete voorzijde een teken dat je het goed doet. Op het borstgebied masseren we zachter dan op de rug. Het gebied is teerder, heeft minder spieren, bij mannen vaak behaard en de huid is dunner. Bij voorkeur masseren we dit gebied met de handen en de onderarmen. De warmte moet op de rug neergezet zijn, hier gaan we deze alleen maar oplaaien, als heet sintel op een kampvuur. Masseer met een of beide handen van de linker-schouder over de thymus naar de rechterschouder. Je kan ook een stuk de bovenarm mee masseren. Zorg dat je onder de sleutelbeenderen blijft. Een variant is om dit met een hand te doen, en met de andere hand tegelijk te strijken van de sleutelbeenderen naar borstbeen.



Bekken

Het bekkengebied is een gebied waar enorm veel gebeurt op fysiek (geslachtsorganen, vertering, hormoonhuishouding, zuivering) en emotioneel gebied.
  • Activeer de aarding tot aan de knie-en.
  • Masseer het buik-gebied (zie De-volle-blaasmassage): 1. Masseren van blaas- en galblaas meridiaan (is reeds gedaan).
    2. Vanaf de nieren naar de blaas masseren.
    3. Vanaf de maag naar de blaas en de dikke darm met de klok mee masseren.
    4. G-spot massage en stimulatie.
  • Masseer het perineum.
Gebruik je intuitie, gebruik je fantasie en gebruik je humor.
Uiteindelijk ga je ook hier over tot een totale massage van de voorzijde van het lichaam. Voel je als een wilde schilder met een doek van 10 bij 10 meter en gooi, smijt en klieder met verf. Ogenschijnlijk maakt de tantriki er een zooitje van, maar hij weet, intuitief, precies wat hij aan het doen is. Het lichaam van de tantrik baadt nu in prana en voelt een mate van opwinding. Masseer hierop met je hele lichaam, speel ermee en stuur de energie.


Algemeen

Het intuitieve karakter van tantra, het luisteren naar de energie, mag niet verloren gaan, standaard kan je zeggen:
  • masseer van boven naar onder
  • masseer van het midden naar buiten
  • masseer met de spieren en nadi's mee
  • masseer met kracht
  • masseer met de volledige hand en volg de contouren van het lichaam.
De buik masseren kan gevoelig zijn en voorzichtigheid is geboden. Dat neemt niet weg dat de blaas stevig tot zeer stevig uitgevoerd kan worden afhankelijk van waarop je masseert: darmen (met de klok mee), blaas, huidlagen, organen, het geheel.

Als controle voor een goed contact check je warm worden of koud blijven van de ledematen, zie Masseren-van-ledematen.


Marmapunten

Marma punten zijn drukpunten op het lichaam vergelijkbaar met triggerpoints of de reflexologiepunten binnen de acupunctuur en acupressuur. De overlap van dergelijke punten is soms groot, de marmapunten wijken op enkele punten echter sterk af: Triggerpoint 'triggeren' een bepaald proces in het lichaam. 'Reflexologiepunten staan in relatie tot organen, spieren of botstructuren. Marma punten staan in relatie met het fysieke en het energetische (emotioneel, mentaal, spiritueel/karmische) lichaam en legt daar een verbinding tussen. Marmapunten zijn kruispunten van meridianen. Het lichaam kent 12 voorname meridianen en 62.000 sub-meridianen die het lichaam voorziet van energieen zoals het bloedvatenstelsel het lichaam voorziet van bloed. Marmapunten worden ook wel eens kleine Chakra's genoemd. Elke meridiaan heeft een bepaald thema. Doordat 2 of meerdere meridianen elkaar kruisen kan je beide thema's aanraken met eenzelfde drukpunt. Je kunt zodoende verbintenissen maken tussen het fysieke en het energetische lichaam. Zo is het opvoeren of afvoeren van energie of het in balans brengen van een bepaalde energie energetisch bepaald. De ademhaling is fysiek bepaald. Door de juiste drukpunten aan te raken kan je nu een energetische ballast op de ademhaling verminderen of weghalen. Met name in de oksels en liezen komt veel samen.



Massage-video (62 screenshots)

Video Tantra en Duo-Yoga
Tantra-DuoYoga Video




De bovenrug; het aanmaken en verdelen van Shiva, begin aan het hoofdeinde.
  1. Prasritaka - losmaken van het lichaam zonder olie, rechts en links symetrisch
  2. Sarira ka te la - het lichaam laten wennen aan de olie, gelijkmatig opbrengen
  3. Han van de hoge rugspier, rechts hoge rugspier, links blaasmeridiaan
  4. Han van de middengroepspieren, rechts middenspieren, links blaasmeridiaan
  5. Dubbele Han van de okselspier, rechts okselspieren, links blaasmeridiaan
  6. Dubbele Han van nek en schouderspieren, rechts schouderspier, links blaasmeridiaan
  7. Horizontaal rolletje, rechts en links over de rug
  8. Korte Bo, in de breedte over de hoge rugspier
  9. Vertikaal rolletje, knijpend en spreidend, rechts naast het lichaam gaan zitten
  10. Dubbele Han op de nekspieren, rechts nekspier, links naar beneden
  11. De onderrug; het aanmaken en verdelen van Parvati, over de bovenbenen gaan zitten
  12. Masseren van de bekkenrand, symetrisch
  13. Trillen op de bekkenrand, rechts bekkenrand, links heiligbeen
  14. Duwende (en dubbele) Bo, met de duimen symetrisch
  15. Liggende yab-yum variant, gestrekt op de Tantrika
  16. Diepte massage in de lendenen, aan de zijkant zittend, bovenarm in de lendenen
  17. Trillen van het bekken op de marmapunten, vanaf zij/achter
  18. Drukpunt massage op de bovenbenen, vanaf zij/achter
  19. Wiegen van het lichaam, vanaf zijkant
  20. Marmapunten van zwezerik (thymus) en hart, symetrisch met de duimen
  21. Adrenaline evenwicht, symetrisch, iets lager
  22. Nierfunctie, symetrisch midden op de rug
  23. Snot punten, symetrisch t.h.v. schouderbladen
  24. Liften van de schouder, schouder naar je toe trekken en blad masseren
  25. De voorzijde; transformatie van Shiva en Parvati in Prana en de opbouw naar de Tantra-Yoga
  26. Het verdelen van Prana over het gehele lichaam, met billen op bovenbenen Tantrika
  27. Wiegen van het lichaam, symetrisch op de heupen en dan naar boven
  28. Liften van de valse ribben, symetrisch met duimen tegen onderste ribben
  29. Doe ook De-volle-blaasmassage en X-Y-massage
  30. Stretchen van onderrug/ massage van nek en schouders, benen Tantrik opgetrokken
  31. Gestretched roteren van onderrug/bekken, gevouwen benen roteren
  32. Stretch op het been/ afvoer meridiaan, gevouwen been naar borst drukken
  33. Duo-Yoga serie met de Thaise vrouwenzit en enkele liften
  34. Paira sroni (voeten tegen de kont) technieken
  35. Lotuszit (achterzijde)
  36. Het wieberen van de benen
  37. Thaise vrouwenzit
  38. Rollen van de rug
  39. Liften van de schouders
  40. De zweeflift (voorzijde)
  41. Buigen van de rug (voorwaarts)
  42. Manaka, de beginhouding bij de Kum-nye duo yoga
  43. Buigen van de rug (achterwaarts)
  44. Trommelen op de rug (longen)
  45. Buigen van de rug (zijwaarts)
  46. Roeteren van de schouders (4e variant)
  47. Vastzetten van het onderlichaam
  48. De jackpot
  49. De Lotuszit (rugzijde)
  50. Openen van de Lotus
  51. De zweeflift (rugzijde)
  52. Schommel (variant)
  53. Banda-Yoga (yoga met het gesloten lichaam)
  54. Banda hadddi (de gesloten benen)
  55. Banda patavara (de gesloten romp)
  56. Banda Hathiyara (de gesloten armen)
  57. Banda sava (het gesloten lichaam)
  58. Schommel (variant)
  59. de Banda liften
  60. Schommelen (variant)
  61. Schommelen (variant)
  62. Volledige Lotuszit (voorzijde)
  63. Massage en Yoga reeks;, de gewonde zwaan
  64. Schommelen (variant)
  65. Stretchen van de onderrug (variant)
  66. Stretchen van de onderrug (variant)
  67. Drukpunt massage op de bovenbenen
  68. Full body massage
  69. Stretchen van de onderrug



Rug


De bovenrug; het aanmaken en verdelen van Shiva
Begin aan het hoofdeinde.


1. Prasritaka - losmaken van het lichaam (zonder olie)
Met de volle handen en polsen van boven naar beneden en weer terug, stevig met je hele gewicht stapsgewijs drukken. Ook de schouders en schouderbladen met 2 handen aandrukken.


2. Sarira ka te la - het lichaam laten wennen aan olie
Bovenarmen en rug masseren.

3. Han van de hoge rugspier
Met rechterhand hoge rugspier van boven naar beneden masseren en met linker duim op de Blaasmeridiaan afvalstoffen afvoeren.


4. Han van de middengroepspieren
Met rechter vuist de middengroepspieren van boven naar beneden gaan en met linker duim op Blaasmeridiaan afvalstoffen afvoeren.

5. Dubbele Han van de okselspier
Met rechter hand vooruit duwen en knijpend trekkend rondgaan op de okselspieren en met linker vingers op de Blaasmeridiaan.


6. Dubbele Han van de nek-/schouderspieren
Met rechter volle hand draaiend masseren, waarbij de vingers richting zoeken en met linker duim afvalstoffen afvoeren.


7. Horizontaal rolletje
Huid tussen vingers en duim pakken en over de rug met vingers naast elkaar lopen.


8. Korte Bo
Over hoge rugspier met de duimen dwars, in de breedte dus, masseren.


9. Vertikaal rolletje, knijpend en spreidend
Naast het lichaam gaan zitten.
Met de duimen en wijsvingers breed knijpend en spreidend masseren m.n. rond de onderkant van het schouderblad.


10. Dubbele Han op de nekspieren
Met de rechter hand zacht bij de haargrens knijpen, met linker duim en wijsvinger afvalstoffen afvoeren.


De onderrug; het aanmaken en verdelen van Parvati Doe ook Masseren-van-Ledematen als controle of het contact goed is.


11. Masseren van de bekkenrand
Over de bovenbenen zitten.
Met de duimen en zijkant van de handen masseren.


12. Trillen op de bekkenrand
Met de zijkant van de rechterhand op de bekkenrand en de linkerhand op het heiligbeen.


13. Duwende (en dubbele) Bo
Met de duimen stevig tegen de hoge rugspier een beetje opzij naar de zij duwen en voel de elasticiteit en dikte van de rugspieren.


14. Liggende yab-yum variant
Gestrekt op de tantrik
, armen naar beneden en handen vastpakken met vingers in elkaar.


15. Diepte massage in de lendenen
Aan de zijkant zittend
, Met de bovenarm een aantal keer trekkend in de lendenen duwen en afwisselen met massage, met beide armen in de lengte op de rug duwen en bewegen.


16. Trillen van het bekken op de marmapunten
Vanaf achteren
met de handen tegen de onderkant van de billen duwen.


17. Drukpunt massage op de benen
Met de volle handen op de bovenbenen drukken en masseren.


18. Wiegen van het lichaam
Vanaf de zijkant
wiegen en met de vingers piano spelen


19. Marmapunten van zwezerik (thymus) en hart
Drukpunten hoog op de rug zoeken.


20. Adrenaline evenwicht
Drukpunten hoog op de rug, maar nu iets lager zoeken.


21. Nierfunctie
Drukpunten midden op de rug zoeken.


22. Snot punten
Drukpunten bij de schouderbladen hoog op de rug zoeken.


23. Liften van de schouder
Trillend de schouderbladen naar je toe trekken en de ronde voorkant van de schouders en rondom de schouderbladen masseren.


De voorzijde; transformatie van Shiva en Parvati in Prana en opbouw naar Tantra-Yoga


24. Het verdelen van Prana over het gehele lichaam De Tantrik rust met zijn billen
op bovenbenen van Tantrika. Strelen met 2 handen tegelijk op schouder en onderbeen.


25. Wiegen van het lichaam Met de handen in de zij van Tantrik naar boven bewegend.


26. Liften van de valse ribben Massage van de onderste met elkaar verbonden ribben.


Doe ook De-volle-blaasmassage

De nieren liggen aan de rugzijde ter hoogte van de onderkant van de ellebogen. Zit tussen de benen van de Tantrik als deze op de rug ligt. Door de persoon op je bovenbenen te laten rusten kun je gemakkelijk vanaf de nieren naar de blaas masseren. Plaats je handen op de nieren op de rugzijde, masseer naar de buik toe net onder de zwevende ribben langs en kom bij de buikzijde bij de blaas uit. Herhaal dit enkele keren. Aan de voorzijde masseer je ook de gehele buikholte. Masseer onder het zwaardvormig aanhangsel waar de maag zit in een rechte lijn naar de blaas toe. Masseer vanuit hetzelfde punt met de klok mee over de dikke darm de gehele buikholte rond.

Doe ook de X-Y-massage

X - massage; vanaf linkerschouder
over de borst en buik naar het rechterdijbeen en vanaf rechterschouder over de borst en buik naar het linkerdijbeen. )( - massage; vanaf linkerschouder over de borst en buik naar het linkerbeen en vanaf rechterschouder over de borst en buik naar het rechterbeen. Y - massage; vanaf linkerschouder over het borstbeen, buik naar de linkerdijbeen en vanaf rechterschouder over het borstbeen, buik naar de rechterdijbeen. T - massage; 1 hand gaat van linker- naar rechterschouder en weer terug over de thymus. De andere hand gaat in een rechte lijn van hals tot schaambeen en terug. I - massage; vanaf het bovenste stuk van het borstbeen tot aan het schaambeen.

27. Stretchen van de onderrug/ massage op de nek en schouders Onderbenen worden opgetild en bovenbenen rusten tegen de romp van de Tantrika en Tantrika zit op haar knie-en en masseert de schouders.


28. Gestretched roteren van onderrug/bekken Tantrika roteert de benen.


29. Stretch op het been/ afvoer meridiaan Tantrika beweegt dubbelgevouwen been heen en weer.


Duo-Yoga serie met de Thaise vrouwenzit en enkele liften


30. Paira sroni (voeten tegen de kont) technieken


31. Lotuszit (achterzijde)


32. Het wieberen van de benen


33. Thaise vrouwenzit


34. Rollen van de rug


35. Liften van de schouders


36. De zweeflift (voorzijde)


37. Buigen van de rug (voorwaarts)


38. Manaka, de beginhouding bij de Kum-nye duo yoga


39. Buigen van de rug (achterwaarts)


40. Trommelen op de rug (longen)


41. Buigen van de rug (zijwaarts)


42. Roeteren van de schouders (4e variant)


43. Vastzetten van het onderlichaam


44. De jackpot


45. De Lotuszit (rugzijde)


46. Openen van de Lotus


47. De zweeflift (rugzijde)


48. Schommel (variant)


Banda-Yoga (yoga met het gesloten lichaam)


49. Banda hadddi (de gesloten benen)


50. Banda patavara (de gesloten romp)


51. Banda Hathiyara (de gesloten armen)


52. Banda sava (het gesloten lichaam)


53. Schommel (variant)


54. de “Banda” liften


55. Schommelen (variant)


56. Schommelen (variant)


57. Volledige Lotuszit (voorzijde)


Massage en Yoga reeks;, de gewonde zwaan


58. Schommelen (variant)


59. Stretchen van de onderrug (variant)


60. Stretchen van de onderrug (variant)


61. Drukpunt massage op de bovenbenen


Full body massage


62. Stretchen van de onderrug


Aftiteling




Han: een positie van je hand op een bepaald lichaamsdeel.


Overzicht Han-posities
  1. Brede algemene massage van de rug
  2. Massage van de hoge rugspier
  3. Massage van de middengroepspieren
  4. Massage van de okselspier
  5. Trekkend en duwend okselspier masseren
  6. Nekspier masseren
  7. Trekkend en duwend masseren van een nekspier
  8. Horizontaal rolletje voor blaasmeridiaan massage
  9. Verticaal rolletje voor hoge rugspier massage
  10. Verticaal scheuren voor hoge rugspier massage
  11. Scheuren van de huid voor blaasmeridiaan
  12. Massage van de hoge rugspier
  13. Massage van de hoge rugspier en middengroepspieren
  14. Vlinderen van hoge rugspier en middengroepspieren
  15. Grote rotatie voor hoge rugspier en middengroepspieren
  16. Nekspier knijpen
  17. Nekspier trekken
  18. Schouderblad liftend trekken
  19. Schouderblad liftend duwen
  20. Kleine rotatie voor de blaasmeridiaan
  21. Pushen van de blaasmeridiaan



  • bovenste blauwe stip: mastoid
  • onderste blauwe stip: hara
  • rode lijnen: hoge rug spier(en)
  • grijze lijn: wervelkolom
  • paarse lijnen: gal en blaas nadi
  • bruine cirkels: nekspieren
  • blauwe cirkels: okselspieren
  • rode lijnen: hoge rugspier(en)
  • groene lijnen: middengroepspieren
In het midden van de rug zit de wervelkolom met rechts en links van het midden een gootje. Naast een gootje de hoge rugspier, in feite zijn dat een reeks korte spieren. In de gootjes lopen blaas en galblaasmeridiaan. Onderstaande Han-positie’s kun je spiegelen.


Han-positie 1, brede algemene massage van de rug (tantrik aan het hoofdeind)

De tantrik plaatst de linkerhand op diens rechterrug en de rechterhand op diens linkerrug. De duimen liggen op de beide meridianen. Je masseert nu de hoge rugspier (palm) en middengroepspieren (vingers) met open handen van nek naar bekken waarbij de duimen de meridiaan masseert. Masseer kruislings waarbij de onderste hand steeds weer naar boven toegaat, behoud contact met het lichaam.


Han-positie 2, massage van de hoge rugspier (tantrik aan het hoofdeind)

Plaats je duim of zijkant van je linkerhand in de blaasmeridiaan (voor jou links) en je rechterhand leg je op de hoge rugspier. Beide handen bewegen nu naar beneden toe. Dit werkt het fijnst als ze om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam. Deze positie laat zich zeer goed combineren met positie 3 en 4/5 (afhankelijk van de okselspier). Masseer enkele malen de rugspier, waaier uit om enkele malen de middengroepspieren te masseren en ga zo ook naar de okselspier.


Han-positie 3, massage van de middengroepspieren (tantrik aan het hoofdeind)

Plaats je duim of zijkant van je linkerhand in de blaasmeridiaan en je rechterhand leg je op de middengroepspieren. Beide handen bewegen nu naar beneden toe. Dit werkt het fijnst als ze om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam. Deze positie laat zich zeer goed combineren met positie 2 en 4/5 (afhankelijk van de okselspier). Masseer enkele malen de midden-groepspieren en waaier uit om enkele malen de rugspier te masseren en ga zo ook naar de okselspier.




Han-positie 4, massage van de okselspieren (tantrik aan het hoofdeind)

Plaats je duim of zijkant van je linkerhand in de blaasmeridiaan en je rechterhand leg je op de okselspier vanaf de oksel. Beide handen bewegen nu naar het bekken toe. Dit werkt het fijnst als ze om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam. Masseer de gehele spier en duw je deze deels het lichaam in. Deze positie laat zich zeer goed combineren met positie 2 en 3. Masseer enkele malen de rugspier, waaier uit om enkele malen de middengroepspieren te masseren en ga zo ook naar de okselspier deze positie is ook goed te combineren met de nekspier (6/7). Begin in de nek en vanaf de schouder ga je de oksel in om deze te masseren.


Han-positie 5a, trekkend okselspier masseren (tantrik aan de rechterzijde) (zie de linker tekening hierboven)

Plaats je rechterhand zo op de linkerrug helft dat de palm van je hand of je duim in de blaasmeridiaan (links) en naar beneden gericht ligt en gemakkelijk naar beneden kan masseren. Je linkerhand leg je onder de okselspier in de oksel. Uitgaande dat dit een goed ontwikkelde spier is kan je deze met je hand volledig omvatten als een kabel of op je hand leggen en omhoog spant. Dit terwijl je naar het bekken toe masseert. Dit werkt het fijnst als ze om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam.


Han-positie 5a, duwend okselspier masseren (tantrik aan de rechterzijde) (zie de rechter tekening hierboven)

Plaats je rechterhand zo op de linkerrug helft dat de palm van je hand of je duim in de blaasmeridiaan (links) en naar beneden gericht ligt en gemakkelijk naar beneden kan masseren. Je linkerhand leg je op de okselspier in de oksel. Uitgaande dat dit een goed ontwikkelde spier is kan je deze met je hand volledig omvatten als een kabel of onder je hand leggen en omlaag spant. Dit terwijl je naar het bekken toe masseert. Dit werkt het fijnst als ze om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam.


Han-positie 6, masseren van de nekspieren (tantrik zit over de billen)

Je rechterhand plaats je naast de wervelkolom met de zijkant van je hand op de blaasmeridiaan, deze hand masseert over de meridiaan naar beneden toe. De linkerhand leg je op de nekspier vanaf de hals en masseer je naar de schouder toe. In deze han-positie masseer je dus naar links (de nekspier) en naar beneden (blaasmeridiaan). Zorg voor een goede balans. Dit werkt het fijnst als de handen om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam. Masseer de gehele spier en trek je deze deels het lichaam in, deels naar de schouder toe gericht en deels knijp je in de spier.




Han-positie 7a, trekkend masseren van een nekspier (tantrik zit over de billen)

Je rechterhand plaats je naast de wervelkolom met de zijkant van je hand op de blaasmeridiaan, deze hand masseert over de meridiaan naar beneden toe. De vingers van de linkerhand leg je om de nekspier vanaf de hals. Uitgaande dat dit een goed ontwikkelde spier is kan je deze met je vingers omvatten als een kabel en terwijl je naar de schouder masseert omhoog trekken. In deze han- positie masseer je dus naar links (de nekspier) en naar beneden (blaasmeridiaan). Zorg voor een goede balans. Dit werkt het fijnst als de handen om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam.


Han-positie 7b, duwend masseren van een nekspier (tantrik zit over de billen)

Je rechterhand plaats je naast de wervelkolom met de zijkant van je hand op de blaasmeridiaan (links), deze hand masseert over de meridiaan naar beneden toe. De vingers van de linkerhand leg je om de nekspier vanaf de hals. Uitgaande dat dit een goed ontwikkelde spier is kan je deze met de onderkant van je hand tegen de nekspier duwen terwijl je deze ook naar de schouder toe masseert. In deze han-positie masseer je dus naar links (de nekspier) en naar beneden (blaasmeridiaan). Zorg voor een goede balans. Dit werkt het fijnst als de handen om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam.


Han-positie 8, horizontaal rolletje voor blaasmeridiaan (tantrik aan het hoofdeind)

Naast de wervelkolom (dus op de blaasmeridiaan), plaats je de handen naast elkaar zodat je duimen elkaar licht overlappen. De handen liggen niet plat, alleen de vingertoppen rusten op het lichaam. Terwijl de duimen op hun plaats blijven knijp je met de vingers naar de duimen toe (harken) zodat er een huidplooi ontstaat tussen de vingers en je duimen. Beweeg nu met je duimen naar beneden toe en blijf met de vingers harken zodat er een huidplooi blijft bestaan. Doe dit redelijk stevig, zoals bij een bindweefselmassage. Tegelijk kan je met je duim extra kracht geven in de blaasmeridiaan.


Han-positie 9, verticaal rolletje voor hoge rugspier (tantrik aan de rechterzijde)

Het rolletje welk je bij positie 8 maakt, maak je nu ook. Nu liggen je duimen tegen de wervelkolom aan en de vingers over de hoge rugspier. Door nu weer te gaan harken (knijpen) met de vingers trek je de hoge rugspier naar de duimen toe, deze gaan overlappend en over de meridiaan naar beneden toe. Doe dit redelijk stevig zodat de hoge rugspier in zijn geheel gemasseerd wordt. Geef met de duimen extra druk op de blaasmeridiaan.


Han-positie 10, verticaal scheuren voor hoge rugspier (tantrik aan de rechterzijde)

Bij het rolletje (zie positie 8 en 9) gaan de vingers naar de duimen toe zodat er een huidplooi (rolletje) ontstaat. Bij het 'scheuren van de huid' ga je met de vingers van de duimen af, zodat de huid strak komt te staan. De duimen gaan overlappend en over de meridiaan naar beneden toe. Doe dit redelijk stevig zodat de hoge rugspier in zijn geheel gemasseerd wordt. Geef met de duimen extra druk op de blaasmeridiaan.


Han-positie 11, scheuren van de huid voor meridiaan (tantrik aan het hoofdeind)

Plaats de duim of vingers van de linkerhand op de blaasmeridiaan. Met de rechterhand pak je een huidplooi (horizontaal) tussen duim en vingers en knijpt/trekt deze naar de zijkant van het lichaam toe (bo). Hierdoor komt spanning te staan op de meridiaan waar je met de linkerhand over masseert naar beneden toe.


Han-positie 12, massage van de hoge rugspier (tantrik aan het rechterzijde)

Knijp met je rechterhand een rolletje op de linkerrug helft tegen de blaasmeridiaan aan. Met je duim van je linkerhand duw je op de blaasmeridiaan en voer je af terwijl je rechterhand 'de huid scheurt' naar buiten toe. deze positie is samen met han-positie 20 en 21 gericht op de blaasmeridiaan. Je kunt zodoende deze 3 zeer goed met elkaar combineren. Wissel niet te snel af, herhaal de positie en ga dan over in de volgende.


Han-positie 13, massage hoge rugspier en middengroepspieren (rechterzijde)

De beginpositie is eender als bij de korte bo (positie 12), alleen bij de lange bo voer je de bo met de rechterhand uit terwijl de linkerhand de korte bo op de meridiaan blijft maken. Je kunt dit echter ook met linkerhand-rechterhand-linkerhand afwisselen. Bij deze korte bo stop je als de hoge rugspier terugschiet, nu masseer je door en gebruik je de onderkant van je hand/pols om door te masseren tot aan/voorbij de okselspier. Als iemand dikkig of gespierd is kan je dit doen in een hoek van 90 graden tov de wervelkolom. Zijn de ribben duidelijk voelbaar, doe deze positie dan diagonaal met de ribben mee.




Han-positie 14, vlinderen hoge rugspier en middengroepspieren (hoofdeind) (zie rechter tekening hier boven)

Bij deze positie masseer je met je handen, polsen en onderarmen. Je linkerhand ligt zo gedraaid op de linkerrug helft zodat de duim op de blaasmeridiaan ligt (wijzend naar boven) en de rest van de hand over de hoge rugspier. Je rechterhand ligt op de middengroepspieren. Masseer nu met druk (gebruik je gewicht) naar beneden toe. Je rechterhand gaat nu diagonaal naar de zijkant toe, onder het schouderblad door (masseer met de polsen) tot ongeveer bij de zwevende ribben en trek dan deze hand langs de flanken terug (masseer met de gehele onderarm en hand) tot in de oksel en keer weer terug naar je beginpositie. Je linkerhand masseert recht naar beneden toe waarbij de onderkant hand en duim de blaasmeridiaan masseert en de rest van de hand de hoge rugspier. Zorg voor een goede balans. Dit werkt het fijnst als de handen om en om gaan zodat je altijd met minstens 1 hand contact houdt met het lichaam.


Han-positie 15, grote rotatie voor rugspier en middengroepspieren (hoofdeind) (zie linker tekening hier boven)

Plaats je linkerhand op de rechterrug helft (vanaf jouw positie gezien links) en viceversa. Je duim ligt op de meridiaan, de rest van de hand over de hoge rugspier, middengroepspieren en wellicht (afhankelijk van de grote van de handen en rug) de vingertoppen bij de okselspieren. Laat je nu naar beneden glijden, maak goed gebruik van je eigen gewicht. Masseer door tot aan het bekken en ga vlak ervoor naar de zijkanten (bo) tot aan de heupen. Maak deze neergaande massagebeweging met je handen, polsen en onderarmen. Ga nu vanaf de heupen langs de flanken naar de oksels, trek de schouders goed omhoog. Wip over de schouder en plaats je handen op de kop ervan en duw stevig de schouders naar beneden toe. Masseer de nekspieren en de schedelrand en kom weer bij de beginpositie uit. Herhaal dit meerdere malen in steeds een variabele.


Han-positie 16, nek knijpen (tantrik aan de rechterzijde)

Linkerhand: plaats de middelvinger op de blaasmeridiaan (links) en de wijsvinger op de galblaasmeridiaan (rechts). Doe dit met de vingertoppen naar het hoofd gericht. Rechterhand: plaats je middelvinger en/of wijsvinger op de nekspier ter linkerzijde en de duim op de nekspier ter rechterzijde. Doe dit met de vingertoppen naar beneden toe gericht en gelegen tegen de schedelrand. Je linkerhand maakt nu korte masserende beweging over de meridianen vanaf de schedelrand tot aan 4e nekwervel. Je rechterhand knijpt aan weerszijde tegen de nekspieren aan om ze samen te knijpen. Doe de bewegingen van de linker- en rechterhand om en om zodat er een mooie masserende balans ontstaat.


Han-positie 17 - de nek trekken (tantrik aan de rechterzijde)

Linkerhand: plaats de middelvinger op de blaasmeridiaan (links) en de wijsvinger op de galblaasmeridiaan (rechts). Doe dit met de vingertoppen naar het hoofd gericht. Rechterhand: plaats je middelvinger en/of wijsvinger op de nekspier ter linkerzijde en de duim op de nekspier ter rechterzijde. Doe dit met de vingertoppen naar beneden toe gericht en gelegen tegen de schedelrand. Je linkerhand maakt nu korte masserende beweging over de meridianen vanaf de schedelrand tot aan 4e nekwervel. Je rechterhand knijpt aan weerzijde tegen de nekspieren aan om ze uit elkaar te trekken. Doe de bewegingen van de linker- en rechterhand om en om zodat er een mooie masserende balans ontstaat.


Han-positie 18 - schouderblad liftend trekken (hoofdeinde) (wees voorzichtig met deze techniek)

De kunst is om eerst het schouderblad te liften. Dit kan soms moeizaam gaan. Een hulpmiddel is door de linkerarm van de persoon op de rug te leggen (duim wijzend naar boven) en voorzichtig omhoog te halen. Een andere methode is door op het schoudergewricht te duwen. Je ziet nu dat het schouderblad enigszins omhoog steekt en dat je met je vingers eronder kunt komen. Hoe meer je het schouderblad omhoog en/of opzij trekt hoe meer ruimte je eronder ervaart. Hier liggen meerdere spieren die je nu kunt masseren. Doe dit weer tegelijk met het masseren van de blaasmeridiaan.


Han-positie 19 - schouderblad liftend duwend (hoofdeinde) (wees voorzichtig met deze techniek)

Deze positie is een gevolg op positie 18, maar kan ook individueel gedaan worden. Neem de beginpositie over zoals in han-positie 18 besproken. Ga nu niet meer trekken aan het schouderblad, maar roteer ermee. Maak kleine, steeds grotere cirkelvormige bewegingen. Doe dit weer tegelijk met het masseren van de blaasmeridiaan.


Han-positie 20 - kleine rotatie van blaasmeridiaan (positie onbelangrijk)

Bij de kleine rotatie maak je kleine cirkel-, ovaal-, of lemniscaat achtige bewegingen op de meridiaan en blijf je dus tussen wervelkolom en hoge rugspier. Draai de cirkels van de wervelkolom af. Tijdens deze beweging ga je geleidelijk naar beneden toe. Deze positie is samen met han-positie12 en 21 geheel gericht op de blaasmeridiaan. Je kunt zodoende deze 3 zeer goed met elkaar combineren. Wissel niet te snel af, herhaal de positie en ga dan over in de volgende.


Han-positie 21 - pushen van blaasmeridiaan (positie onbelangrijk)

Bij het pushen beweeg je met een vinger pulserend op de meridiaan. Alsof je een verstopping in een rietje zoekt maak je kleine op en neergaande bewegingen over de gehele meridiaan naar beneden toe. Dit kun je met 1 vinger doen of met meerdere. Als je het met 1 hand doet, plaats de ander ergens neutraal op het lichaam, deze masseert niet.



Overzicht Tji massage

  1. Tji'n algemeen = rechte bewegingen over een spier maken
  2. Tji'n over de hoge rugspier
  3. Tji'n over de middengroepspieren
  4. Tji'n van de okselspier
  5. Tji'n van de bovenarmen
  6. Tji'n van de bovenbenen
  7. Tji'n van het borstbeen
Tsjie = langdurig over een lange spier op en neer masseren


1. Tji'n: rechte bewegingen over een spier maken

Een Tji'n (uitspraak = Tsj'in) is een eenvoudige massagetechniek waar je in een zo recht mogelijke beweging over een spier(groep) of ledemaat masseert. Qua houding is het voor de tantrik het fijnst om in het verlengde van de bewuste spier te zitten, op gelijke hoogte (mat). Een goede houding is dan ook zittend aan het hoofdeind. Maak zoveel mogelijk gebruik van je eigen gewicht en zo weinig mogelijk van je kracht. Hang op het lichaam als je bijvoorbeeld de hoge rugspier masseert.

Deze massagetechniek kan je op 4 manieren neerzetten: Pushen: je duwt de spier in het lichaam door er rechtop druk op te geven. Dit doe je in een glijdende beweging. Hoe meer olie, des te groter de glijdende beweging wordt, hoe minder olie des te meer weerstand (warmte) je krijgt. Duwen: een spier kan je wegduwen door er druk aan de zijkant te geven. Een spier is elastisch en zal meebewegen. Uit de mate van elasticiteit kan je mogelijke (locale) kalapa's opmerken. Trekken: trekken van een spier de andere kant op als bij het duwen van de spier. Omvatten: Sommige spieren kan je omvatten zoals in de bovenarmen of een sterk ontwikkelde nekspier, omvat de spier zoveel mogelijk en geef aan alle zijde tegelijk een zo evenredig mogelijke druk.


2. Tji'n over de hoge rugspier

De hoge rugspier laat zich prima pushen, duwen en trekken. Omvatten is niet mogelijk. deze techniek werkt het fijnst als je aan het hoofdeinde zit, hoewel over de billen ook mogelijk is.

De hoge rugspieren lopen vanaf de nek aan weerzijde van de wervelkolom tot aan het bekken toe. Tezamen met de blaasmeridiaan of galblaas meridiaan vormen ze een han-positie (positie 2) maar je kan ze ook zelfstandig masseren. Je kunt je beide handen op de linker- of rechter hoge rugspier leggen. Masseer deze spier dan met je handen om en om, zodat continu minimaal 1 hand contact heeft en houdt met het lichaam. Je kunt ook tegelijk de linker- en rechter hoge rugspier masseren. Doe dit dan zo synchroon mogelijk. De overstap van beneden naar boven kan je hand voor hand doen, je kunt ook een zachtere massagebeweging naar boven maken zodat je continu contact met het lichaam behoud. Tevens kun je een rotatie maken waar je in de neergaande beweging de Tji'n maakt en in de opwaartse beweging langs de flanken omhoog masseert. Als je dit doet aan het hoofd van het lichaam kan je helemaal over het lichaam hen hangen en zodoende ook met de polsen en onderarmen masseren.


3. Tji'n over de middengroepspieren

De middengroepspieren laten zich als geheel enkel pushen. Duwen, trekken en omvatten is niet mogelijk. Hoewel de middengroepspieren meerdere spiergroepen zijn die als een soort weefgetouw voornamelijk diagonaal over en onder elkaar lopen kan je ze masseren als 1 geheel middels de Tji'n. Dit kan op meerdere manieren, 2 ervan worden hier onder besproken:

Je zit aan het hoofd van de persoon. Plaats je linkerhand op de linkerrug helft en masseer in een rechte lijn over de middengroepspieren. Plaats onder je linkerhand (van jou af gezien, dus tussen je linkerhand en de nek) je rechteronderarm. Doe dit zodat de onderkant van je onderarm op het lichaam rust, daar waar je spieren zitten, plaats je onderarm dus niet gedraaid waardoor je ellepijp of spaakbeen op het lichaam rust. Masseer nu langzaam naar beneden toe. Omdat je op het lichaam hangt met je gewicht komt er een grote druk op de middengroep-spieren, terwijl dit toch aangenaam aanvoelt. Tegelijk heb je een veel intiemer contact doordat je een groot lichaamsoppervlakte deelt. De overstap doe je weer 1 voor 1, eerste de linkerhand en dan de rechteronderarm. Je kunt ook afwisselen door je rechterhand en je linkeronderarm te gebruiken.

Je zit op je knieen aan het hoofd van de persoon. We gaan nu zowel de linker- als de rechter middengroepspieren in de rug tegelijk masseren. Plaats je linkerhand op de rechterrug helft en je rechterhand op de linkerrug helft op de middengroepspieren. Spreid je handen breed uit met de vingers naar de flanken wijzend. Rust met je gewicht op je beide handen en laat je nu naar beneden glijden (olie). Doe dit dan zo synchroon mogelijk. De overstap van beneden naar boven kan je hand voor hand doen, je kunt ook een zachtere massagebeweging naar boven maken zodat je continu contact met het lichaam behoud. Tevens kun je een rotatie maken waar je in de neergaande beweging de Tji'n maakt en in de opwaartse beweging langs de flanken omhoog masseert. Als je dit doet aan het hoofd van het lichaam kan je helemaal over het lichaam hen hangen en zodoende ook met de polsen en onderarmen masseren.


4. Tji'n van de okselspier

Afhankelijk van de ontwikkeling van de okselspieren laat deze zich prima pushen, trekken, duwen en omvatten. Deze techniek werkt het fijnst als de persoon de armen boven het lichaam heeft liggen ipv langs het lichaam.
Onder de oksel bevindt de okselspier zich welk bij de flanken de romp in gaat. Als je aan het hoofd zit kan je deze spier omvatten en naar beneden toe masseren. Je kunt dit ook doen met een trekkende of duwende beweging. Wat erg fijn werkt is als je jouw onderarmen gebruikt. Je hangt dan deels over het hoofd heen met je ellebogen over/tegen de beide okselspieren aan. Je handen wijzen naar je gezicht toe. Knijp nu je ellebogen naar elkaar toe terwijl je glijdt over de okselspieren heen. In de teruggaande beweging kan je jouw onderarmen meenemen, kom je weer aan bij de beginpositie, gebruik dan alleen weer de ellebogen.


5. Tji'n van de bovenarmen

De bovenarmen laten zich voornamelijk omvatten. Trekken en duwen kan ook, het pushen kan pijnlijk zijn, wees hier voorzichtig. Deze techniek werkt het fijnst als de tantrik aan het hoofdeinde zit. Doe beide armen tegelijkertijd en synchroon.
Omvat de armen met je handen vanaf het schoudergewricht. Knijp in de arm gelijkmatig en knijp als het ware de arm uit naar de elleboog. Draai niet tijdens deze beweging met je handen. Ga weer naar boven door zacht langs of over de armen te strelen en begin weer opnieuw. Het is mogelijk om door te gaan tot aan de polsen of de handen, zorg ervoor dat je minder druk geeft op de gewrichten. De onderarmen en handen worden doorgaans in de Kum nye tantra niet meegenomen in de massage, het heeft dus alleen een symbolische betekenis en het vormen van verbintenis (handcontact).


6. Tji'n van de bovenbenen

De bovenbenen laten zich voornamelijk pushen hoewel je hier voorzichtig in dient te zijn, het kan pijn doen. In mindere mate is duwen en omvatten ook mogelijk, trekken is moeilijk en niet aan te bevelen. Deze techniek werkt het fijnst als je aan het hoofdeinde zit. Je hangt over het lichaam heen en rust met je beide handen op beide bovenbenen. Ben je zelf te klein (of het lichaam te groot) doe het dan zitten over de onderbenen.
Doorgaans zijn de handen veel kleiner dan de benen waardoor het omvatten niet of slechts deels zal lukken. Bij goed ontwikkelde beenspieren zal het mogelijk zijn de bovenbeenspieren naar buiten toe te duwen, een moeilijkheid is dat de benen mee roteren. Knijp in het been gelijkmatig en knijp als het ware het been uit naar de knie. Draai niet tijdens deze beweging met je handen. Ga weer naar de heupen door zacht langs of over het bovenbeen te strelen en begin weer opnieuw.


7. Tji'n van het borstbeen

Zorg dat je de Tji'n goed uitvoert. Kom niet in de weke delen boven het borstbeen (keel) of op het zwaardvormig uitsteeksel. Gebruik bij mannen met veel borsthaar wat meer olie. Ga bij vrouwen met grote of 'schommelborsten' niet te snel met de massage. Deze techniek kan je zowel aan het hoofdeinde als zittend over de heupen uitvoeren.
Deze techniek kan je met een vlakke hand uitvoeren, bij meer kracht kan je de zijkant van je hand gebruiken. Bij nog meer kracht kan je de hand tot een vuist ballen. Beweeg in een heen en weergaande beweging over het borstbeen. Naar beneden toe geen je meer kracht dan naar boven toe. Je kunt deze techniek met 1 hand uitvoeren waarbij je de ander neutraal over de schouder neerlegt. Je kunt ook om en om met beide handen masseren.


8. Tsjie

Een Tsjie in een vereenvoudigde Tji'n die over een lange spier gemaakt kan worden. Er zijn 7 van deze spieren in het lichaam:
  • de hoge rugspieren
  • bovenbeen achterzijde bovenbeen voorzijde
  • onderbeen achterzijde bovenarm voorzijde
  • bovenarm achterzijde onderarm achterzijde
De massage is niets meer dan zeer stevig en langdurig over de spier op en neer masseren, waarbij de neergaande beweging steviger is dan de opgaande beweging.


Overzicht Bo massage

  1. Bo algemeen = een zijwaartse beweging vanaf de wervelkolom naar zijkant lichaam.
  2. Nadi Bo over een meridiaan
  3. Duwende Bo tegen de hoge rugspier
  4. Korte Bo in de breedte over de hoge rugspier
  5. Lange Bo over de middengroepspieren tot aan de flanken
  6. Tji’n Bo eerst over de rugspieren dan naar de flanken

1. Bo: zijwaartse beweging vanaf de wervelkolom naar de zijkant van het lichaam.

Dit kan op meerdere manieren:
  • en bo kan je plaatsen 90 graden op de wervelkolom. Dit doe je bij dikke mensen of bij zeer gespierde mensen. Doe dit altijd met de volle hand(en) op het lichaam
  • een bo kan je plaatsen met de ribben mee. Dit doe je bij slanke mensen. Je plaatst je vingers tussen de ribben en laat de rest van de hand met lichte druk op de ribben volgen
  • een bo kan je ook plaatsen met de lijnen (spieren) van het lichaam mee. Dit doe je als mensen zeer gespierd zijn a la sportschool, dus geen natuurlijke spieropbouw hebben. Deze spieren zijn doorgaans kort en hard. Masseer met de bollingen en de loop van de spieren mee. Daarnaast kan je spelen met de lengte van de bo:


2. Nadi-Bo

Deze bo is zeer kort en lijkt veel op het pushen (han-positie 21). Je pusht met je vinger diep het lichaam in tegen en over de meridiaan. Je doet dit van de wervelkolom af.


3. Duwende Bo

Deze bo duwt stevig tegen de hoge rugspier zonder er overheen te gaan. Je ervaart dat de spier elastisch en opzij te duwen is. Door deze bo over de gehele lengte van de hoge rugspier uit te voeren ontdek je waar de spier meer of minder elastisch, dikker of voller is.


4. Korte Bo

De korte bo gaat tot over de hoge rugspier. Je masseert deze spier dus, maar niet in de lengte- (Tsji'n) maar in de breedte richting. Je kunt dit in combinatie doen met de 2 voorgaande.


5. Lange Bo

Deze strekt zich tot aan de flanken. Je kunt hem ook met 1 hand uitvoeren waarbij je de andere hand bij de nadi houdt waardoor je de huid gaat 'scheuren'.


6. Tji'n-Bo

Dit is en combinatie van de Chi en de bo techniek en voer je alleen op de rug uit, liefst als je bij het hoofdeinde zit. Masseer met beide handen van nek tot rug over de rugspieren aan weerzijde van de wervelkolom (=Chi) en laat op een gegeven moment de handen naar de zijkant glijden (=bo). Blijf dit op verschillende delen van de rug herhalen.



Prasritaka: verschillende aanrakingen van liefkozing tot pijn doen


De prasritaka (Sanskriet) is een verzamelnaam voor verschillende aanrakingen van het lichaam, varierend van strelen tot stompen, van liefkozing tot pijn doen. Deze technieken zijn de basis van de polariteitmassage binnen de sweda en heeft een vergelijkbaar effect als de 'yoga van de diagonalen' wat je bewerkstelligd is een gevoel van behaaglijkheid, vertrouwen en geborgenheid. Tegelijk nodig je het lichaam uit om in balans te komen, breng je alles in het lichaam op zijn plaats. Hoewel de prasritaka in dit hoofdstuk "massage" beschreven staan zijn de technieken meer meditatief of yoga. De reden dat ze toch hier opgenomen zijn is omdat je ze doorgaans inbouwt in een massage. Doet een student examen op het onderdeel "massage" dan is het echter niet de bedoeling om deze technieken mee te nemen.



Wiegen: het lichaam laten golven


Het lichaam laten wiegen doe je door het lichaam in een golfbeweging te plaatsen. Elk lichaam heeft een eigen ritme en daar breng je het lichaam in. Je komt er snel achter of je het goed doet, aangezien het zeer weinig input vraagt. Bij het wiegen bewegen jouw handen tegelijk van links naar rechts en het wiegen van het lichaam kan op 3 manieren:

- 1- van links naar rechts (breedte richting)

Plaats een hand op de linkerschouder en een hand op de rechterschouder. Wieg de schouderpartij nu langzaam heen en weer. Op een gegeven moment gaat het lichaam als vanzelf wiegen en hoef je nauwelijks meer mee te duwen. Je kunt op elke schouder een enkele vinger leggen en zacht wiegen, het lichaam doet de rest, althans als jij het goed doet en Shiva vrij aan het stromen is. Het beste kanje deze techniek dan ook halverwege doen als je Shiva reeds wakker gemaakt hebt.Het niet fijn wiegen van het bovenlichaam is een indicatie dat er een kalapa zit betreffende de Shiva energie. Zo kan je ook wiegen door een hand te plaatsen op de linkerheup en een hand op de rechterheup. Wieg nu op dezelfde manier maar doe dit pas als Parvati wakker is gemaakt. Het niet fijn wiegen van het onderlichaam is een indicatie dat er een kalapa zit betreffende de Parvati energie. Als laatste kan je wiegen door weer de handen te plaatsen bij de schouders en al wiegend naar beneden te gaan tot aan de heupen.

- 2- diagonaal

Plaats een hand bij de linkerschouder en een hand bij de rechterheup. Ga nu om beurten wiegen, dus geef geen kracht aan je beide handen tegelijk. Deze techniek is een beetje lastig, maar ook hier moet er op een gegeven moment balans komen. De wisselwerking tussen Shiva en Parvati is zo goed op te merken alsook de aanmaak van prana. Doe deze techniek dus ook pas nadien.

- 3- van boven naar beneden (lengte richting)

Dit doe je aan het hoofdeinde of vanaf de voeten. Plaats nu je handen aan de bovenkant van de schouders en duw zachtjes naar de voeten toe. Ook hier moet op een gegeven moment balans in het lichaam komen zodat je steeds minder mee hoeft te wiegen. Vanaf de voeten pak je de beide enkels beet en til je de benen een beetje op. Trek en duw zachtjes.



Trillen


Een trilling gaat het lichaam in. Je beweegt je handen tegelijkertijd van boven naar beneden. De trilling haal je voornamelijk uit je elle bogen. Er zijn meerdere ritme's mogelijk om op te trillen maar ze moeten altijd logisch en eenvoudig aanvoelen.


Pulseren

Pulseren gaat sneller dan trillen en haal je uit je schouders. Pulseren heeft een enorme uitwerking, als het goed uitgevoerd wordt. En aan die uitvoering wil het wel eens schorten. Pulseren is lastig te doen en je moet het echt snappen. Je kunt het of je kunt het niet. Leg je hand net als bij het trillen op bijvoor-beeld het hart chakra. Geef nu behoorlijk veel druk, dit zorgt dat jouw spieren ligt verkrampen zodat ze gaan trillen. Dit trillen versterk je door vanuit de rug en bovenarm de trilling te versnellen tot pulseren. Pulseren gaat altijd het lichaam in. Dus niet heen en weer zoals bij trillen, maar het lichaam in. Dit pulseren kan alleen bij de ribbenkast, hoofd en bekken. Alledrie zijn het holtes omgeven door botstructuur waardoor de pulsatie gaat resoneren.


- scheuren van de huid

Gebruik hiervoor geen olie, of zeer weinig. Plaats je handen naast elkaar op de huid en trek de handen nu uiteen zodat de huid ertussen strak komt te staan. De beste uitwerking heeft dit op de rug. De uitwerking wordt heftiger als je eerst de huidplooi lift en dan 'scheurt'. Je kunt dit ook met rukjes doen. Zorg dat je de huidplooi diep oppakt. Deze techniek wordt lastiger met lange nagels.Je kunt deze techniek overigens ook zeer goed uitvoeren met je tanden. De bovenste 3 lagen zijn altijd redelijk goed te masseren en op bepaalde weke delen, zoals op de buik, ook de 4e laag. Pak de gehele huidplooi stevig vast en masseer deze naar buiten toe. Je kunt het 'scheuren van de huid' toepassen als ook rolletjes maken. Je kunt het lichaam (deels) liften vanuit een huidplooi. Pak vanaf de flanken met beide volle handen een plooi naar de navel toe, omvat deze met beide handen en speel ermee. Masseer met beide onderarmen in de breedterichting overdwars en tegenovergesteld naar elkaar toe.


- trommelen

Trommelen kan iedereen. Maak vuisten en trommel met de onderkant van je vuist op de rug of borst van de tantrik. Dit kan zacht maar ook zeer stevig gedaan worden. Belangrijk is wel niet te hard te trommelen op de nieren.


- mond, tong en tanden

De mond is zacht en sensueel, tanden zijn pijnlijk en hard, de tong is koud en vochtig en de baardgroei (onder de mannelijke deelnemers) scheurt. Een mooie techniek is om na de massage van de rug (als deze dus heet is) met de tong langs beide kanten van de wervelkolom te gaan. Doe dit meerdere keren. Ga er daarna nogmaals overheen, maar nu door te blazen. De huid zal koud gaan aanvoelen. Blijf dit meerdere keren herhalen. Het bijten wordt uitvoerig in de kamu sutra (genoemd: Dashanachhedyavidhi Prakarana) besproken en is van daaruit overgebracht naar de Kum nye. Bijt in de huidplooi naast de wervelkolom en ga stapje voor stapje naar beneden toe. Pak de huidplooi diep en trek hem omhoog, vandaaruit kan je naar boven, beneden en van de wervelkolom af. Doe dit aan beide kanten. Wees niet bang met bijten, als je te voorzichtig bent doet het meestal veel meer pijn omdat he alleen de bovenste huidlagen pakt. Zorg voor een stevige beet. Stoppels en borsthaar (man) en hoofdhaar (vooral de lange varianten) doen het goed bij de massage.



Vedische-massage: zachte massage zonder stretching van spieren


Het vedische deel moet niet verward worden met de ayurvedische massage of met de vedische geschriften. Naast vedische massage is er ook vedische yoga en beiden hebben een zeer duidelijke karakteristiek: Het is vedisch als er geen stretching van de spieren is. Als we de han-posities, tji'n's en Bo's doorlezen valt een duidelijke opbouwen- de spanning van de spieren duidelijk op. Je duwt deze dan wel omlaag, opzij diagonaal of je trekt hem omhoog. Bij het vedische doen we dat allemaal niet. De techniek kan uiteindelijk wel een grote stimulans op de spieren hebben, maar de techniek stimuleert in directe zin deze spier niet. De vedische massage wordt wel eens de "massage zonder aanraking" of "zachte massage" genoemd, doorgaans klopt dit hoewel ook hardere technieken zoals het trommelen bij het vedische horen. Er zijn geen uitgesproken technieken aanwezig in deze massagevorm. Intuitie, creativiteit en humor zijn de ingredienten die deze massage tot een succes leiden. We geven toch enkele tips:

Streel met een vlakke hand net boven de huid. Je raakt wellicht soms de huid net aan, maar ook dit is niet nodig, plaats de hand nog iets hoger zodat er een zeer kleine ruimte ontstaat tussen hand en huid. Je raakt zodoende de haartjes aan. Tevens bevindt je hand zich nu in de 1e auralaag welk zich uitstrekt tot ongeveer 3-4 centimeter boven het fysieke lichaam.

Gebruik attributen zoals een veer, kwastje of een doekje. Alles wat zacht is volstaat, maar ook massieve attributen zoals de pen van de veer of een stokje kan je heel zacht over de huid laten glijden. De uitwerking is vergelijkbaar met een lichte streling; iemand die met een grassprietje over je rug kriebelt, de pootjes van een vlieg. Een siddering gaat door je heen, je schokt en je krijgt kippenvel. Die gewaarwordingen worden bewust gecre-eerd bij de vedische massage; een minimale aanraking voor een maximaal resultaat.

Ga aan het hoofd of de voeten van de tantrik staan en drapeer in een beweging een laken (satijn, linnen, zijde of een andere zachte vloeibare stof, liefst met kwastjes of losse draden aan het uiteinde) over degene heen. Zorg dat het hele lichaam onder het laken ligt en trek nu heel langzaam het laken over diegene af. Doe dit op gelijke hoogt zodat er geen opening ontstaan. Het laken (inclusief kwastjes en lossen draden) geven nu de massage en voelt heerlijk aan. Doe dit meerdere keren afwisselend vanaf het hoofd of de voeten. Geef je vaker massages dan kan je scheuren en gaten knippen in het laken en de randen rafelig maken. Dit verhoogt enkel het effect.

Blazen is ook een mooie techniek. Je kunt dit effect vergroten door vooraf de huid nat te maken met je tong, een nat kwastje of een ijsklontje. De natte huid blaas je zodoende weer droog.

Wissel binnen de tantramassage het stevige af met het rustige. Je zult merken dat de energie blijft stromen maar zich tevens anders gaat gedragen. Tegelijk is deze massage heel geschikt voor mensen met huidklachten, artritis, (open) reuma, eczeem, huidallergie, zenuwpijn of brandwonden. Je raakt de huid namelijk niet of minimaal aan. Enkele technieken welke niet zacht zijn maar wel degelijk vedisch.



Tussen de benen, achterzijde: als je redelijk soepel bent


In deze oefening ligt de tantrik op de buik. Je moet er zeker van zijn dat deze persoon redelijk soepel in de benen is, is diegene dat niet (of twijfel je) doe deze oefening later in je sessie en doe eerst oefeningen om de benen soepel te maken. Deze technieken zijn een overgang van massage naar de yoga. Nu volgen een aantal technieken die je in elke wensbare volgorde kunt doen. Hoewel het fijn is voor de ontvanger is het niet een noodzaak elke techniek links en rechts uit te voeren.


De beginhouding

Zit eerst over de benen heen met je knieen buiten diens bovenbenen en jij zittend op je hakken ertussen (over de benen zitten ter hoogte van de knieen is een alternatief). Vanaf hier kan je heel goed Parvati vrij maken en naar boven masseren, je kunt Shiva en Parvati bijeen brengen, Prana doen opwekken en verdelen. Als je voorover buigt kan je alle Prasritaka technieken doen en vanaf hier kan je ook meerdere yoga oefeningen uitvoeren.




Op je hurken

Ga nu op je hurken zitten en sla diens onderbenen omhoog en leun nu met je buik of borst tegen diens bovenbenen aan, je kunt hier druk uitoefenen op de onderrug. Masseer nu tegelijk deze onderrug. Deze oefening kun je doen door diens knieen/onderbenen bijeen te houden (jouw armen zijn dan om de onderbenen heen geslagen en masseren de onderrug) of door de knieen uiteen te trekken en de voeten bijeen te houden (jouw armen zijn dan over de onderbenen geslagen en masseren de onderrug).




Er tussen zitten

Plaats de knieen uit elkaar en ga er zelf tussen zitten. Til vanuit de enkels diens benen omhoog, ga zelf breed zitten en plaats diens bovenbenen op jouw bovenbenen, zorg dat diens knieen vrij liggen. De persoon ligt nu met het bekken en de benen vrij. Door nu je handen op diens enkels te plaatsen en deze op en neer te bewegen gaat het gehele lichaam op en neer schommelen. Zoek een ritme welk logisch is en waarmee het lichaam het meest meebeweegt. Vanuit deze positie kun je heel goed de bovenbenen en bekken masseren.Masseer de buik, doordat degene zo ligt 'hangen' de organen en darmen in de buikholte naar beneden en kan je deze goed masseren.




Thaise-vrouwen-zit

Ga aan de rechterzijde van de persoon hurken in open lotus (rechtervoet en linkerknie op de grond). Pak diens rechtervoet en steek deze vertikaal omhoog en til dit rechterbeen verder omhoog zodat je onder dit been kunt gaan zitten. Je zit nu in de Thaise-vrouwen-zit, doe dit in een vloeiende beweging. Zorg dat je met je linkerheup zo dicht mogelijk tegen diens perineum rust. Zorg ervoor dat de rechterknie boven jouw perineum rust en dus niet ondersteunt wordt.



Over de nek, schouder, rug, billen rollen met vuist

Maak van je linkerhand een vuist en plaats je linkeronderarm overdwars op de onderrug van de tantrik. Rol nu met je onderarm over de rug (niet over de wervelkolom), overlap dit. Rol van de onderrug naar de bovenrug en van de bovenrug naar de onderrug. Plaats je onderarm tussen de wervelkolom en de schouderbladen en maak ook hier een rollende beweging. Plaats je onderarm op de schouderspieren en de nekspieren en maak ook hier rollende bewegingen. Plaats je onderarm op de bilpartij en vandaar uit rol je naar het bovenbeen tot aan de knie. Plaats nu je linkeronderarm ter linkerzijde van diens knie en je rechterboven-arm ter rechterzijde van diens knie en rol met beide armen vande knie weg, rol weer terug en herhaal dit enkele keren. Het is fijn als je deze oefening ook vanaf de andere zijde doet, dit kan ook veel later in de sessie gedaan worden.


Armen en rug strekken

Ga weer in de begin houding zitten. Zorg ervoor dat diens armen naar beneden gericht zijn. Pak deze nu zo dat je de armen beetneemt ter hoogte van de onderarmen net boven de polsen. Jouw handen omgrijpen de onderarmen met de handpalmen naar boven gericht en diens handpalmen zijn naar beneden gericht. Leun nu zelf met een rechte rug naar achteren zodat de persoon met het bovenlichaam los van de mat omhoog komt. Doe dit voor ongeveer 10 seconden, ontspan door weer recht te zitten en herhaal dit nog 1 a 2 maal. Laat degene weer rustig liggen, kruis diens armen en pak met je linkerhand de rechteronderarm en met je rechterhand de linkeronderarm. Ga weer met een rechte rug naar achteren en herhaal de oefening.


Schouder strekken

Ga weer in de beginhouding zitten. Plaats nu een been (jouw been) naast diens lichaam ter hoogte van de elleboog. Plaats een hand om diens nekspier en trek deze schouder naar je toe en pulseer een beetje.


Schouder twisten

Ga weer in de beginhouding zitten en plaats je arm onder de oksel door en plaats je onderarm over de nekspier op de bovenrug. Je kunt nu naar beneden trekken, omhoog en de draaiing in richting de andere schouder. Een gemakkelijker variant is door alleen je onderarm onder de oksel te schuiven en vanaf hier ligt te roteren en te pulseren. Je kan met je andere arm een lichte massage tegelijk aanbieden.



- X, )(, Y, T en I een makkelijke massage-techniek


Zoals al eerder vermeldt, je kan de massage en de tantra zo ingewikkeld en zo makkelijk maken als je zelf wilt. Een van de makkelijkste en toch efficiente massagetechnieken is het bewegen van de handen in de vorm van een:

X - massage; vanaf linkerschouder over de borst en buik naar het rechterdijbeen en vanaf rechterschouder over de borst en buik naar het linkerdijbeen.
)( - massage; vanaf linkerschouder over de borst en buik naar het linkerbeen en vanaf rechterschouder over de borst en buik naar het rechterbeen.
Y - massage; vanaf linkerschouder over het borstbeen, buik naar de linkerdijbeen en vanaf rechterschouder over het borstbeen, buik naar de rechterdijbeen T - massage; 1 hand gaat van linker- naar rechterschouder en weer terug over de thymus. De andere hand gaat in een rechte lijn van hals tot schaambeen en terug
I - massage; vanaf het bovenste stuk van het borstbeen tot aan het schaambeen



Linkerhand-rechterhand-techniek: om oorzaak en gevolg te vinden


Dit is een techniek die zeer toepasbaar is binnen de sweda maar ook bij tantra is te gebruiken. Het is bedoeld om de "oorzaak-en-gevolg" van blokkades op te sporen en om energie van plaats A naar plaats B te brengen. Zoals in dit boek al reeds beschreven gaat de dharma er van uit dat een fysieke gewaarwording altijd een energetische oorzaak, deze oorzaak kan echter een weer een gevolg zijn van een andere blokkade.

Conditionering -> negatief zelfbeeld -> stress -> hoofdpijn.

Zonder dat de tantriki dit verhaal kent kan hij gaan ervaren waar de blokkade en diens veroorzaker zit. Bij de tantra meditatie wordt geleerd dat de linkerhand de gevende en de rechterhand de ontvangende hand is. Dit gegeven gaan we nu gebruiken om stuk voor stuk de oorzaak van het gevolg te achter halen.

Plaats je rechterhand op het hoofd (hoofdpijn) en wacht tot je een gevoel in je hand krijgt, de andere hand ligt/masseer waar dan ook neutraal op het lichaam.

Ervaar of de hoofdpijn een grote/kleine Shiva of Parvati is.

Scan nu over het lichaam (dit kan masserend) over de chakra's, blijf dit doen totdat je een vergelijkbare gewaarwording in je linkerhand voelt (stel dat je dit voelt op de 3e chakra). Je weet nu dat een blokkade in het 3e chakra de hoofd-pijn doet veroorzaken.

Leg nu je rechterhand op het 3e chakra en ga met je linkerhand opnieuw scannen, blijf dit doen totdat je een vergelijkbare gewaarwording in je linkerhand voelt (stel dat je dit voelt op de 2e chakra). Je weet nu dat een blokkade in het 2e chakra de blokkade in het 3e chakra doet veroorzaken.

Leg nu je rechterhand op het 2e chakra en ga met je linkerhand opnieuw scannen, blijf dit doen totdat je een vergelijkbare gewaarwording in je linkerhand voelt (stel dat je dit voelt op de 1e chakra). Je weet nu dat een blokkade in het 1e chakra de blokkade in het 2e chakra doet veroorzaken.


Omdat je bij het hoofd reeds ervaren is of de hoofdpijn veroorzaakt wordt door een te grote/kleine Shiva of Parvati weet je ook welke energie je dient af te voeren of aan te vullen. Het is niet te zeggen waar je nu dient te beginnen. Dat van top-down en bottum-up zijn. Ervaar dit elke keer weer anders en voel aan wat nodig is.



Zetten: met schommelbeweging


Bij het Zetten ligt de klant op de buik (lengterichting, hoofd rechts) terwijl jij naast het lichaam zit, naar het lichaam gericht.

Plaats 1 hand op diens linkerheup en maak een schommelbeweging met het lichaam, zorg ervoor dat deze logisch aanvoelt.

Plaats je rechterhand op de linkerrughelft en strek je rechterarm geheel. Plaats nu stevige Bo's tegen de hoge rugspier aan. Doe dit telkens als het lichaam naar je toe schommelt om het effect te vergroten. Haal de kracht van de Bo niet uit je arm (deze blijft gestrekt) maar uit je heupen.

Je rechterhand blijft Bo's plaatsen van de heup tot aan de schouder en weer terug. doe dezelfde techniek, maar plaats je je rechterhand op de linkerschouder en maakt opnieuw een schommelbeweging. Met je linkerhand maak je nu de Bo's.

Als je deze techniek op de linkerzijde van de rug doet, doe het dan ook aan de rechterzijde van de rug. Dit hoeft echter niet gelijk erna te gebeuren.



De-volle-blaasmassage: bij ophouden van emotie's


De volle blaasmassage komt oorspronkelijk uit het Taoisme en is ingebed in de Chinese geneeswijze. Vandaar uit is het in Tibet terecht gekomen en heeft het aldaar een eigen dynamiek gekregen. zijn eigen uit een Chinese geneeswijze welk 'de gouden fontein' wordt genoemd. De blaas staat fysiek en energetisch onder controle van het sacraal chakra welke water als element heeft. Tevens is het sacraal chakra de geboorteplaats van de emoties. Water en emoties zijn dus zeer sterk met elkaar verweven en de volle blaas massage speelt hier op in. Het ophouden van de blaas is synoniem voor het ophouden van de emoties en binnen de cikitsa deel van de massage kunnen we hier iets mee. De volle blaasmassage bestaat uit 4 onderdelen:

1.
Masseren van de blaas- en galblaas meridiaan op de rug. Dit gedeelte is tijdens een sessie reeds meerdere malen gedaan tijdens het opzetten van de prana op de rug.
2.
Van de nieren naar de blaas masseren over de urineleiders. De nieren liggen aan de rugzijde ter hoogte van de onderkant van de ellebogen. Zit tussen de benen van de klant als deze op de rug ligt. Door de persoon op je bovenbenen te laten rusten kun je gemakkelijk vanaf de nieren naar de blaas masseren. Plaats je handen op de nieren op de rugzijde, masseer naar de buik toe net onder de zwevende ribben langs en kom bij de buikzijde bij de blaas uit. Herhaal dit meerdere keren
3.
Aan de voorzijde masseer je ook de gehele buikholte. 7Masseer onder het zwaardvormig aanhangsel waar de maag zit in een rechte lijn naar de blaas toe. Masseer vanuit hetzelfde punt met de klok mee over de dikke darm de gehele buikholte rond. Strijk langs de zwevende rib, de flanken, langs/onder het bekken - schaambeen - bekken terug naar het zwaardvormig aanhangsel. In tegenover- gestelde richting zou je de darminhoud van de dikke darm terugvoeren naar de dunne darm, daarom masseren we altijd (!) met de klok mee.
Voor de meeste mensen stop de volle blaasmassage hier. De 4e stap is energetisch werken en heeft een seksueel karakter. Het is prima om deze 4e stap ook zo te zien en te beoefenen, maar de achterliggende gedachte is niet seksueel.
4.
Ongeveer 80% van de vrouwen hebben een G-spot, welke gelegen is in de schede bij het schaambeen. De G-spot voelt als een ribbelig stukje, + 5 centimeter groot en diep gelegen in de schede, aan de kant van de buik. Het is prostaatweefsel, welke, indien gestimuleerd, een signaal afgeeft aan de para-urethrale klieren, gelegen rond de uitgang van de urineblaas. Deze zullen vollopen met vaginaal vocht wat een mogelijke penetratie dient te vergemakkelijken. Door de G-spot uitvoerig te stimuleren kan er een extensieve hoeveelheid vaginaal vocht vrijkomen waardoor de klieren het vocht uitspuiten en de vrouw een orgastisch gevoel ervaart. Het vocht uit deze para-urethrale klieren komt deels uit de blaas en deels uit de baarmoeder en ook deze kunnen, indirect, gemasseerd worden. Door de G-spot te masseren/stimuleren lopen dus de para-urethrale klieren vol met vocht. Dit kan de vrouw het gevoel geven alsof ze moet urineren waardoor de gaat 'ophouden'. Dat hier schaamte achter zit mag duidelijk zijn, maar wat als er al een diep gevoel van schaamte, als blokkade, huist. Dan zal het 'ophouden' alleen maar erger worden en een sterke uitwerking hebben op het lichaam. Middels de 4e fase van de volle blaasmassage leert een vrouw het verschil kennen in fysieke gesteldheid en gevoel tussen "de blaas en het urineren" en "de G-spot en de para-urethrale klieren".



Masseren van de ledematen: als controle of het contact goed is


De onderarmen en onderbenen worden gebruiken als testmoment om te ervaren hoe de massage verloopt. Als de onderarmen en handen koud blijven tijdens de massage, dan kan er een kalapa zijn betreffende de (innerlijke) communicatie tussen jou en de tantrik, of in de tantrik zelf. Omdat communicatie en creativiteit de eigenschappen van het keel chakra zijn en dit chakra de controle heeft over de armen en handen (creativiteit), moeten koude onderarmen in de keel chakra gezocht worden.

Wellicht doe je de massage te snel, te hard, te afstandelijk, te veel gericht op het seksuele vlak of ga je elders over grenzen heen. Het (nog) niet uiten van de tantrik zal wel merkbaar zijn in de armen. Ook onzekerheid in de tantrik zelf kan dit effect opwekken. Doorgaans is een stapje terug doen al afdoende. Zorg dat de tantrik zich prettig gaat voelen door een zachte (vedische) massage te gaan doen.

De onderbenen en voeten kunnen ook koud zijn. Dit heeft met aarding te maken en is gebonden met het perineum. De benen zorgen voor de afvoer van zowel negatieve energie als van overvloedige energie in het lichaam tijdens een sessie. Als dat niet gebeurt bouwt deze energie zich op in het lichaam waardoor de tantrik zich onprettig gaat voelen. Doorgaans is het stimuleren van Shiva afdoende. Dit is de mannelijke energie welk neerwaarts stroomt. Meestal gaan tantrikis te snel de Parvati wakker maken.

Wil je desondanks toch de onderarmen en -benen meenemen binnen de massage, leg dan je armen helemaal op het lichaam tijdens de massage. Trek dus de massage-beweging door tot aan je oksel en spreidt je armen om en over het lichaam. De elleboog kan je gebruiken om kracht te geven op een klein oppervlak.


        


Comments: